Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [32]De mond der [33]vreemde vrouwen is een diepe [34]gracht; op welken de HEERE vergramd is, zal daarin vallen. 32. Te weten, door hun vleien, pluimstrijken en aanlokkende woorden. 33. Zie boven hfdst.2 vs.16. 34. Te weten, der ellenden voor het lichaam en de ziel. Vergelijk onder hfdst.23 vs.27.